Jakko is een introverte jongen die na een uit de hand gelopen kwajongensstreek samen met zijn beste vriendin Dana naar Drakeneiland wordt gestuurd. Op dit eiland wonen enkel jongeren die gestraft zijn. Ze organiseren er het dagelijks leven zonder volwassenen, en alle kinderen hebben er een taak of een functie. Jakko is geitenhoeder. Verder heb je ook een pizzabezorger, een bakker... Dat alles wordt gesuperviseerd door de parlevinkers, een raad van wijze jongeren onder leiding van een vlootvoogd. Alles loopt op rolletjes, tot ze een drenkeling vinden: een volwassen man die hoe langer hoe meer roet in het eten strooit. Wie is hij toch, en wat zullen ze met hem doen?
Lydia Rood laat er geen gras over groeien, ze gooit je meteen in de actie en de spanning is vanaf het begin prominent aanwezig. Gaandeweg kom je meer over Jacco's karakter te weten, zijn twijfels, onzekerheden, zijn vriendschap met Dana, zijn verliefdheid op Moon. Jacco is op zoek naar zijn positie binnen de groep en …
Lees verder
Jakko is een introverte jongen die na een uit de hand gelopen kwajongensstreek samen met zijn beste vriendin Dana naar Drakeneiland wordt gestuurd. Op dit eiland wonen enkel jongeren die gestraft zijn. Ze organiseren er het dagelijks leven zonder volwassenen, en alle kinderen hebben er een taak of een functie. Jakko is geitenhoeder. Verder heb je ook een pizzabezorger, een bakker... Dat alles wordt gesuperviseerd door de parlevinkers, een raad van wijze jongeren onder leiding van een vlootvoogd. Alles loopt op rolletjes, tot ze een drenkeling vinden: een volwassen man die hoe langer hoe meer roet in het eten strooit. Wie is hij toch, en wat zullen ze met hem doen?
Lydia Rood laat er geen gras over groeien, ze gooit je meteen in de actie en de spanning is vanaf het begin prominent aanwezig. Gaandeweg kom je meer over Jacco's karakter te weten, zijn twijfels, onzekerheden, zijn vriendschap met Dana, zijn verliefdheid op Moon. Jacco is op zoek naar zijn positie binnen de groep en hoopt die te vinden door moedig op te treden tegen de indringer, die tot op het einde van het boek mysterieus en vaag blijft.
Taal en stijl zijn in dit boek ondergeschikt aan de inhoud. Naast hier en daar wat grappige woorden, zoals "opmallewapperen", krijgen we eenvoudig en verzorgd, maar weinig opvallend schrijfwerk. Inhoudelijk zijn er toch wat bedenkingen: hoe komt het bv. dat een bende zelfstandige kinderen wel kan overleven op een eiland maar niet aan de man durft te vragen hoe hij heet? En de man is het ene moment razend kwaad op de kinderen, maar ligt kort daarna rustig in hun hut te slapen.
Daarnaast leest het verhaal iets te veel als een opeenstapeling van gissingen omtrent de identiteit en de beweegredenen van de drenkeling. Het is dan ook een anticlimax wanneer blijkt dat de man gewoon een vervelende leraar is met een pesthekel aan kinderen. Na al de pogingen om hem te zien verdwijnen, is het jammer dat zijn uiteindelijke vertrek maar één alinea inneemt: de man draait zich gewoon om en wandelt weg.
Door de vreemde kronkels in het verhaal zal een tienjarige lezer wat moeten doorbijten. Als dit lukt, dan zal dat vooral te maken hebben met het spanningselement in dit voor de rest weinig consistente verhaal. [Patricia Jeunen]
Verberg tekst