Misschien komt het doordat ik lang geen televisie had, ik heb in ieder geval nooit één aflevering van 'Game of Thrones' gezien. Het moet een serie zijn waarin moord en doodslag ongeveer even normaal zijn als ademen; een serie waarvan de 'vermeende vrouwenhaat, nodeloze exploitatie van naakt en bevestiging van seksistische rolmodellen' geregeld onderwerp van fikse discussies waren.
Maar dat lees ik allemaal in een dichtbundel. In 'Game of Poems' van drie fans: de dichters Ellen Deckwitz, Ingmar Heytze en Thomas Möhlmann.
Na lezing van het voorwoord vroeg ik me af: 'Is dit ook voor mij bedoeld?' Epische fantasy is niet echt mijn genre. Zo'n verhaal dat zich niet laat navertellen, en dan al die namen, het duizelde me nogal - maar daar schijnen ook verstokte kijkers (miljoenen wereldwijd) last van te hebben: wisten de dichters tijdens het kijken even niet hoe een personage ook weer heette, dan werd die vernoemd naar een bekende Nederlander die er in de …Lees verder
Misschien komt het doordat ik lang geen televisie had, ik heb in ieder geval nooit één aflevering van 'Game of Thrones' gezien. Het moet een serie zijn waarin moord en doodslag ongeveer even normaal zijn als ademen; een serie waarvan de 'vermeende vrouwenhaat, nodeloze exploitatie van naakt en bevestiging van seksistische rolmodellen' geregeld onderwerp van fikse discussies waren.
Maar dat lees ik allemaal in een dichtbundel. In 'Game of Poems' van drie fans: de dichters Ellen Deckwitz, Ingmar Heytze en Thomas Möhlmann.
Na lezing van het voorwoord vroeg ik me af: 'Is dit ook voor mij bedoeld?' Epische fantasy is niet echt mijn genre. Zo'n verhaal dat zich niet laat navertellen, en dan al die namen, het duizelde me nogal - maar daar schijnen ook verstokte kijkers (miljoenen wereldwijd) last van te hebben: wisten de dichters tijdens het kijken even niet hoe een personage ook weer heette, dan werd die vernoemd naar een bekende Nederlander die er in de verte op leek, en zo sloeg ergens Tim Hofman met een moker de hersens van Erik Dijkstra in.
Deckwitz, Heytze en Möhlmann schreven per aflevering één gedicht. Zeven seizoenen lang. Die afleveringen worden in de bundel steeds kort samen-gevat. Maar al doen de dichters meer dan hun best het 'Game of Thrones'-virus te verspreiden ('het testosteron en de ingewanden vliegen in het rond'), voor de leek zijn die soms vrij melige samenvattinkjes niet per se verhelderend.
Plan van de drie was om 'geen letterlijke vertaling in dichtvorm' van de serie te maken. Vraag is dus, zijn de gedichten te lezen zonder dat je ooit meeleefde met de lotgevallen van Jon Snow of Melisandre (gespeeld door Carice van Houten)?
Ten dele. Een gedicht als 'Familie' bijvoorbeeld, gaat over zoiets universeels als verstoorde familieverhoudingen en had ook bij een Shakespeareaans drama geschreven kunnen zijn. Het is ingehouden en venijnig: "Familie hangt elkaar evengoed // maar al te graag als ranzig wasgoed uit."
En de wrang humoristische regels "We zingen voor de strijd want / in de hemel is geen bier" raken niet alleen aan de imaginaire wreedheden in 'GoT', maar ook aan hedendaagse gruwelen - de dichters hinten vaker naar de actualiteit.
Toch vermoed ik dat de gedichten met hier en daar wat Gorter, Lucebert of Kopland aardiger zijn voor wie de serie wel zag. Dan is een regel als "een vrouw is een man zonder / zwaardje tussen de benen" misschien minder plat. Overigens is de plek waar 'de vreselijkste scène ooit' werd opgenomen, in Dubrovnik, nu een bedevaartsoord voor 'Game of Thrones'-toeristen.
Mijn serie zal het niet geworden. En eigenlijk weten Deckwitz, Heytze en Möhlmann in deze bundel nergens zo aanstekelijk te schrijven als ze in hun eigen bundels doen.
Maar van dit soort omineuze zinnen houd ik dan weer wel: alle mensen op de wereld worden iemands / kudde".
Prometheus; 52 blz. € 19,99.
Verberg tekst