Driemaal bij dageraad
×
Driemaal bij dageraad Driemaal bij dageraad
Nederlands
2013
Volwassenen
In een hotellobby vinden drie bijzondere ontmoetingen plaats.
Genre Novellen
Titel Driemaal bij dageraad
Vertaler Manon Smits
Taal Nederlands, Italiaans
Oorspr. taal Italiaans
Oorspr. titel Tre volte all'alba
Editie 1
Uitgever Amsterdam: De Bezige Bij, 2013
94 p.
ISBN 9789023477709

Leeswolf

Al jaren liep de Italiaanse schrijver Alessandro Baricco (1958) naar eigen zeggen rond met het idee om drie verhalen met hetzelfde uitgangspunt te schrijven: twee personages die elkaar ’s nachts in een hotellobby ontmoeten, even in gesprek raken en bij het eerste licht weer voorgoed uit elkaar gaan. Met Driemaal bij dageraad heeft het opperhoofd van de hedendaagse Italiaanse literatuur een speels kleinood geschreven, zonder afstand te doen van de lichtvoetige filosofische toon die zijn eerdere werk kenmerkt en die Italiaanse lezers al sinds zijn internationale doorbraak in 1991 verdeelt in blinde aanbidders en fanatieke tegenstanders.
Een concrete aanzet tot het boek kwam er echter pas toen Baricco bezig was met zijn vorige roman, Mr Gwyn. Daarin besluit de gevierde auteur Jasper Gwyn zijn leven over een andere boeg te gooien. Hij publiceert in The Guardian een lijst van tweeënvijftig dingen die hij voortaan afzweert: een daarvan is het schrijven van fictie. Hij duikt onder, huurt een ruim atelier dat hij volgens zeer specifieke richtlijnen laat aankleden en portretteert er zijn klanten. Of liever, hij kopieert ze in woorden: dertig dagen lang moeten ze van vier uur ’s middags tot acht uur ’s avonds naakt in de kamer zitten, waar Gwyn hen observeert. Gepraat wordt er nauwelijks. Soms daagt hij zelfs dagenlang niet in het atelier op. Maar wanneer Gwyns assistente Rebecca de klanten na afloop hun portret —eigenlijk meer een verhaal waarin ze hun diepste wezen herkennen — bezorgt, zijn ze stuk voor stuk overdonderd door het resultaat.
In een interview benadrukte Baricco dat hij in Mr Gwyn vooral géén portret wilde opnemen: het zou de magie van het verhaal hebben doorbroken. Dat nam niet weg dat hij er achteraf graag een wilde schrijven. Dus besloot hij de portretten van Mr Gwyn te verbinden met het idee van de drie verhalen. Als aardigheidje kondigde hij het nog ongeschreven Driemaal bij dageraad aan in het boek dat hij op dat moment onder handen had: wanneer de portrettenschrijver Gwyn na een fout gelopen opdracht al jaren van de aardbodem lijkt te zijn verdwenen, ontdekt zijn assistente Rebecca diens zelfportret in een boekje van de Brits-Indische schrijver Akash Narayan, die niets anders blijkt te zijn dan een schuilnaam voor Gwyn zelf. ‘Driemaal bij dageraad bestond uit drie delen, en het eerste kwam heel erg overeen met een van de portretten van Jasper Gwyn. (…) De andere twee delen liepen zo lekker dat Rebecca ze vol overgave las en gedurende hele stukken vergat waarom ze daarmee bezig was. Het bestond voor het merendeel uit dialogen en er waren twee hoofdpersonen, steeds dezelfden — maar op een manier die iets paradoxaals en verrassends had.’  
Die paradox zit hem in eerste instantie in het literaire spel met de tijd. De twee hoofdpersonen, Malcolm Webster en Marie Jo Pearson, ontmoeten elkaar op drie verschillende momenten in hun leven die chronologisch niet met elkaar overeenstemmen: de ene keer is Malcolm een jongen van dertien die door de bijna gepensioneerde politieagente Marie Jo naar een vriend wordt gebracht, in het andere is Malcolm een nachtportier van rond de zestig die een zwangere jonge vrouw van haar opvliegende partner wil verlossen. De constructie doet nog het meest denken aan de onmogelijke ruimtelijke trapontwerpen van de Nederlandse graficus Escher: door de onderlinge verhoudingen tussen die leeftijdsverschillen kan het niet om dezelfde personen gaan, terwijl uit allerlei bijzonderheden, terugkerende zinnen en allusies op alle punten blijkt dat het wel degelijk dezelfde personen zijn. Dat maakt het lezen en het herlezen tot een eindeloze ontdekkingstocht en een vat vol interpretaties, waarbij het volgende verhaal het vorige weer in een ander licht stelt. In die zin heeft Baricco met Driemaal bij dageraad een lofzang op de mogelijkheid uit zijn pen geschud.
Ook thematisch is het boekje, dat op het omslag, de flap en in de toelichting van de auteur afwisselend wordt omschreven als een roman, een novelle en een verhaal, een voortzetting van Mr Gwyn: elk van de personages staat op het punt zijn (of andermans) leven een nieuwe richting te geven. Al zijn de mogelijkheden volgens de Marie Jo uit het openingsverhaal beperkt: ‘Een nieuw begin maak je om van tafel te veranderen, zei ze. We hebben altijd zo’n idee dat we in de verkeerde partij terechtgekomen zijn, en dat we heel wat meer met onze kaarten hadden kunnen doen als we maar aan een andere speeltafel waren beland. […] Maar ze was het in elk geval beu om te verliezen. Zoals ik al zei, voegde ze eraan toe, je kaarten kun je onmogelijk veranderen, het enige wat je kunt veranderen is je speeltafel.’ De noodzaak om schoon schip te maken en de onmogelijkheid om daar helemaal in te slagen, dat is de paradox die alle personages uit Driemaal bij dageraad in hun greep lijkt te hebben. In die zin heeft Baricco tegelijk een lofzang op de ónmogelijkheid geschreven.
[Tom De Keyzer]

NBD Biblion

Bernard Huyvaert
Deze roman van de bekende Italiaanse auteur (1958) bestaat uit een drieluik. Een man een vrouw ontmoeten elkaar op verschillende momenten van hun leven. De verhalen spelen zich af in de lobby van een hotel, bij dageraad. In het eerste verhaal staat een volwassen man klaar om te vertrekken. Hij verkoopt weegschalen. Hij wordt door een jong meisje aangeklampt. Wanneer zij zich niet lekker voelt, brengt hij haar naar zijn kamer. In het tweede verhaal is de man een nachtportier in een hotel. Een jong meisje komt naar beneden om handdoeken te bestellen. Ook de verloofde van het meisje duikt op, een agressieve kerel, die haar terroriseert. De man raadt het meisje aan om weg te vluchten van haar verloofde en biedt haar zijn hulp aan. In het derde verhaal is de situatie omgekeerd: het mannelijk personage is jong, de vrouw is een al wat oudere politieagente. Zij moet een jongen van dertien bewaken, maar zij gaat met hem op de vlucht en vertrouwt hem toe aan een vroegere minnaar. Het boek bestaat voor een groot deel uit dialogen. Hoewel de ontmoetingen toevallig zijn, geven de personages aan elkaar hun ziel bloot. Verfijnd proza voor literatuurliefhebbers. Kleine druk.